|
Zachte berk
Betula pubescens
Dwergstruik of boom met een lichtgrijzig bruine of donkerroodachtig bruine bast, die
gemakkelijk los te peuteren is. Eenhuizig met eenslachtige bloemen in katjes.
Vrouwelijke katjes in de bloeitijd rechtopstaand, 2 cm. lang. Schubbladen
3-lobbig, drie bloemen per schub, elk met één 2-stijlige stamper. Vrucht is een
tamelijk breed gevleugeld nootje. Mannelijke katjes met twee gespleten
meeldraden. Bladeren getand, eirond, veernervig, spits, 2 – 4,5 cm. lang,
gesteeld; zowel bladeren als jonge twijgjes ietsje donsharig. Hoogte: 1
– 1,2 m. Habitat: Vormt kreupelhout of bossen in matig droge bodem, van
zeeniveau tot 400 – 500 +NAP. Groeivorm varieert met het plaatselijke
microklimaat; compact en lang kreupelhout heeft langs de kust de overhand in
het stormachtige zeeklimaat; rijziger struikgewas en bomen groeien meer
landinwaarts, vooral in de gewesten met een ‘landklimaat’. Algemeen. Lijkt
op: Dwergberk.
Bloeitijd: Mei – juni. IJslands: Birki
(Berkenfamilie). – Her en der kan een kruising tussen een Dwergberk en een
Zachte berk worden aangetroffen, wat vaker in het noorden van IJsland, waar de
Dwergberk algemener is.
|
|